Rigiditeit

 

  • moeite om over te schakelen van de ene taak naar de andere  Dat komt door de tragere verwerking van informatie. 

     

  • moeite om 2 taken tegelijkertijd te doen. Daarvoor moet men gemakkelijk kunnen overschakelen van de ene taak naar de andere.

     

  • niet graag afwijken van mijn manier van werken. In mijn manier van werken houd ik rekening met mijn beperkingen. 

     

  • moeite om over te schakelen naar een nieuw gespreksonderwerp Dat komt door de tragere verwerking van informatie.

     

  • moeilijk om aangeleerde informatie toe te passen in nieuwe situaties  Dat komt doordat het voor personen met autisme,omwille van hun detaildenken, heel belangrijk is dat ieder detail klopt. Er bestaan echter geen 2 situaties, waarbij alle details hetzelfde zijn. Het is bv niet omdat ik bij mijn moeder thuis heb leren kuisen, dat ik dat in mijn huidig huis ook kan. De indeling bij mijn thuis is anders, waardoor ik opnieuw op mijn gebrek aan verbeelding stoot.

    Daarnaast kan het ook gebeuren dat ik op problemen stoot doordat ik iets heb aangeleerd in een autismevriendelijk milieu, terwijl de nieuwe situatie autisme-onvriendelijk is (bv veel lawaai).

     

  • foute interpretaties geven Dit is mijn grootste struikelblok. Het is de voornaamste reden waarom ik niet werk. Doordat de buitenwereld sneller gaat dan mijn binnenwereld, word ik verplicht me te baseren op wat ik in mijn gedachten zie in plaats van wat er werkelijk staat. Wanneer er bijvoorbeeld een 3 staat, terwijl ik er innerlijk van overtuigd ben dat er een 2 staat, zie ik letterlijk een 2 staan. Ik maak dan ook voortdurend fouten.

     

  • niet tegen veranderingen kunnen Dat is ook één van de zaken die me het leven echt bemoeilijken. Ik kan niet tegen afspraken die afgebeld worden. Ik heb een hekel aan mensen die te laat komen. Ik heb er een hekel aan dat iemand een andere weg neemt dan gewoonlijk. Ik heb er een hekel aan om naar een andere plaatste te gaan dan werd eerst afgesproken... Indien er zich toch wijzigingen voordoen, raak ik in paniek en word ik prikkelbaar. Verstandelijk besef ik maar al te goed dat er geen reden tot paniek is. Ik ben immers niet in gevaar. Mijn lichaam voelt dat echter anders aan. Het reageert alsof ik in levensgevaar ben. Ik sta helemaal machteloos tov dat gevoel. Op die momenten lijkt het alsof mijn verstand en mijn gevoelens gescheiden zijn. 

    Met veranderingen die van mezelf uitgaan, heb ik geen problemen.

     

  • snel iets tot een gewoonte maken. Gewoontes bieden me houvast. Wanneer ik bijvoorbeeld 2 keer met iemand op eenzelfde plaats ben gaan eten, ga ik ervan uit dat dit de derde keer ook zo zal zijn. Is dit niet het geval, word ik prikkelbaar.

     

  • Obsessie voor een bepaald voorwerp of onderwerp Personen met autisme hebben vaak bijzondere interesses. Ik denk bv aan treinen, diosaurussen, vlienders,... Die interesses op zich vind ik eerder een voordeel. zie ook voordelen van autisme.

    Soms kan de persoon echter zoveel stress ervaren, dat die bijzondere interesse verandert in een obsessie. Dan wordt het een middel om met die stress te kunnen omgaan. Op dat moment gaat dat onderwerp heel zijn/haar leven en dat van zijn/haar omgeving bepalen.