Hoge school

 

Na de middelbare school besloot ik om rechten te gaan studeren. Intussen lukte het me al heel wat beter om contacten te leggen. Op de universiteit werd ik goed aanvaard. We hadden een groepje van een man of 10 die altijd samen optrokken, ook buiten de universiteit. Dat was een mooie tijd.

 

Het studeren daarentegen verliep minder vlot. Ik dacht dat men in die richting gewoon alle wetten uit het hoofd moest leren (niet veel begrijpen dus). Maar wat had ik me vergist! Ik kreeg er heel veel algemene kennis, waar begrijpen centraal stond. 

Ook het nemen van nota's vormde een probleem op de universiteit. Er wordt heel snel les gegeven. Mensen zonder autisme maken dan een samenvatting terwijl de prof aan het praten is. Voor mij is zoiets onmogelijk. Mijn denkwijze vergt teveel tijd. Het enige dat ik kon doen, was letterlijk noteren wat de prof zei. Het leek wel een cursus snelschrift. 

Nadien moest ik alles samenvatten. Aangezien in mijn denkwijze ieder woord belangrijk lijkt, bleef de cursus echter even dik. 

Net zoals ik in de middelbare school vroeg in het schooljaar begon te studeren, omdat ik wist dat ik tijdens de examens te weinig energie had om een hele dag te herhalen, begon ik ook hier vroeg te studeren. Doordat mijn cursussen echter zo dik waren, nam de herhaling een volledige dag in beslag. Dat kon ik niet aan. 

Zowel bij de schriftelijke als mondelinge examens had ik het moeilijk om de vragen correct te begrijpen. Hier mocht ik echter niet om verduidelijking vragen. Ik herinner me een prof die gedurende heel mijn mondeling examen zat te knikken alsof ik juist bezig was. Achteraf had ik 0 op 20.

Uiteindelijk moest ik mijn jaar over doen..

 

Ik besloot om naar de hoge school te gaan. Daar koos ik voor de studierichting 'maatschappeilijk werk'. Enerzijds kan men met dat diploma achteraf verscheidene richtingen uit. Anderzijds had ik door al wat ik zelf al had beleefd, nood om op mijn beurt anderen te helpen. 

Op de theoretische vakken scoorde ik vrij hoog. De universiteit leek een goede voorbereiding geweest te zijn. Bovendien had ik het geluk een vriendje te hebben die samen met mij iets ging drinken tijdens de lessen. Dat had tot gevolg dat ik met de nota’s van anderen moest studeren. En die nota’s waren veel beter dan die van mij.

Het grote voordeel van deze richting was, dat er geregeld rollenspelen werden gedaan. Daar leerde ik trucs om mijn gebrek aan verbeelding op te vangen. 

Hier viel het me wel voor het eerst op hoe snel ik moe was. In tegenstelling tot mijn medestudenten ging ik zelden uit. Ik was echter diegene die in slaap viel tijdens de lessen. Ik vermoed dat het feit dat ik steeds het openbare vervoer moest nemen om tot daar te gaan daar voor iets tussen zat. Het openbare vervoer zorgt immers voor heel veel prikkels

Tijdens mijn stage maakte ik mijn eerste zware autistische fout. Ik moest een gesprek voeren met een ex-gedetineerde. Om dat gesprek voor te bereiden, werd me een schriftje overhandigd met een paar tips. Daar las ik onder andere dat iedere klant het recht heeft zijn dossier in te zien. Intussen weet ik dat daarmee bedoeld wordt dat men moet opletten wat men opschrijft, omdat de klant het op een dag wel eens zou kunnen lezen. Toen dacht ik niet zover. Ik nam het letterlijk. Toen de klant vóór mij zat, overhandigde ik hem zijn dossier. Mijn stageleidster zag dit toevallig en kwam al roepend het lokaal binnen gestormd. Ik begreep niet wat er gebeurde. Ze zei dat ik een zware fout had begaan en dat ik vragen moet stellen wanneer ik iets niet begrijp. Voor mij was alles echter duidelijk. Het stond zwart op wit geschreven! Dat voorval heb ik pas een plaats kunnen geven na mijn diagnose. Het heeft een enorme impact gehad op mijn zelfvertrouwen. De school heeft me toen wel gesteund omdat het in het begin van mijn stage is gebeurd. Daardoor behaalde ik uiteindelijk toch mijn diploma. Toch voelde ik zelf dat er iets niet klopte en dat ik te weinig ervaring had om dit beroep uit te oefenen.