Autisme op het werk

 

Na mijn studies begon ik onmiddellijk te werken. Ik had er echt zin in. Aangezien ik nog steeds geen diagnose had, werd er tijdens mijn werk geen rekening gehouden met mijn autisme, noch door mezelf, noch door mijn omgeving. Dat leidde ertoe dat werken uiteindelijk een ware hel werd.

 

Solliciteren vormde geen probleem. Dat kwam doordat ik mijn sollicitaties tot in de puntjes voorbereidde en iedere situatie vanuit alle mogelijke hoeken bekeek. Ik solliciteerde zelfs dusdanig goed dat ik geregeld gevraagd werd voor hogere functies dan diegene waarvoor ik gesolliciteerd had.

Dat had tot gevolg dat ik achteraf niet aan de verwachtingen voldeed. Een hogere functie weigeren, was echter geen optie want dan leek ik niet gemotiveerd.

 

Eens ik aan het werk was, stootte ik op mijn beperkingen. In het begin was men nog redelijk tevreden over mij. Men merkte hoe hard ik mijn best deed. Af en toe maakte ik wel eens fouten, maar in het begin maakt iedereen wel eens fouten. Na een paar maanden zag men echter geen verbetering, terwijl dat bij de anderen wel het geval was.Uiteindelijk werd ik steeds ontslagen of zag ik zelf in dat ik beter mijn ontslag kon indienen alvorens ik ontslagen zou worden.

In totaal heb ik iets meer dan tien verscheidene jobs uitgeoefend, waaronder vertegenwoordigster, loketbediende, zelfstandige schoonheidsspecialiste, commercieel bediende, directiesecretaresse en maatschappelijk assistente. Ik heb nooit langer dan 1,5 jaar op eenzelfde plaats kunnen werken. Nu heb ik een panische angst om te werken. 

 

Met mijn collega's klikte het meestal goed. Vooral de eenpersoonscontacten verliepen vlot. Wanneer we allen samen zaten te eten, had ik het moeilijker. Dan viel ik stil. Bovendien putten die middagpauzes me totaal uit. Daarom probeerde ik zoveel mogelijk op mijn bureau te blijven of het gebouw te verlaten. Dan ging ik even naar huis, deed ik wat boodschappen of ging ik wat wandelen.

 

Vooral mijn vermoeidheid speelde me parten op het werk. Ik kwam steeds in een negatieve spiraal terecht. Ik begon uitgerust aan een nieuwe job. Op een bepaald moment volgde er een gebeurtenis, zoals een uitstap met collega’s of een familiefeest, waar ik niet van tussenuit kon en waarbij ik over mijn grenzen heen ging. Nadien sloeg ik er niet in te recupereren doordat ik verplicht werd me aan het opgelegde uurrooster te houden. 

Ook was ik omwille van de drukte onderweg vaak al moe wanneer ik op het werk aan kwam.

Vooral in de namiddag speelde mijn vermoeidheid me parten. Dan kon ik me niet meer concentreren. Toen ik bijvoorbeeld als loketbediende werkte, gebeurde het geregeld dat mijn kassa niet klopte in de namiddag.

 

Ik had ook moeite om me te concentreren op mijn werk. Ik werd voortdurend afgeleid door zaken die anderen niet eens opvielen. Wanneer er bijvoorbeeld een vlieg was, was ik de eerste die dit opmerkte. Ook airconditioning kon me enorm storen. Dat leidde me niet alleen af. Dat deed ook letterlijk pijn aan mijn oren. Doordat ik geluid niet correct filter, hoorde ik ook steeds alles wat er aan het bureau naast mij gezegd werd. Bovendien werd ik ook nog eens afgeleid door mijn eigen denken.

 

Ook mijn rigiditeit speelde me parten. Soms maakte ik hele zware fouten owv van mijn rigide denken. Zo moest ik als loketbediende ooit geld overschrijven op de rekening van de bank. Ik kende toen twee rekeningen van buiten, die van de bank en die van mij. Verstrooid als ik was, schreef ik alles over op mijn rekening. Wetende dat ik gemakkelijk fouten maak, keek ik alles goed na. Aangezien ik er echter van overtuigd was dat ik op de rekening van de bank had gestort, gaf ik aan datgene dat ik op papier zag, nl mijn bankrekening, de verkeerde betekenis, nl de rekening van de bank. Op een ander werk moest ik een bestelling naar de Makro sturen. Ik noteerde echter Cora. Toen ik checkte, gaf ik aan datgene dat ik las, nl de Cora, de betekenis van de Makro. De bestelling werd uiteindelijk verkeerd geleverd. Het ging over een hele grote som geld, rond de 10000€. Dat soort fouten zorgden ervoor dat ik overal uitgekafferd werd. Dat was heel pijnlijk.

Voor mij was het ook erg belangrijk dat ik de dingen op mijn eigen manier kon doen. Ik heb immers een eigen logica en trucs om daarmee om te gaan. Meestal werd ik verplicht de manier van werken van de opdrachtgever te volgen. Dan maakte ik fouten.

Ik kon ook maar één ding tegelijkertijd doen. Dat was heel vervelend, vooral wanneer ik een hele lijst taken had, die onmogelijk één na één konden afgewerkt worden (bv doordat een persoon tijdelijk niet bereikbaar was). Soms liet ik dan letterlijk al mijn andere taken liggen tot ik die ene opdracht toch volbracht had. 

Ik werkte ook exact het aantal uren dat van mij verwacht werd, geen seconde meer, geen seconde minder. Daardoor leek ik niet geïnteresseerd in mijn job. Dat was echter niet het geval. 

 

Op het werk stootte ik ook geregeld op mijn gebrek aan verbeelding. Ik had de pech dat ik bijna altijd moest invallen voor iemand die plots was vertrokken. Daardoor kreeg ik geen volwaardige opleiding. Er werd van mij verwacht dat ik zelf inzag hoe ik te werk moest gaan. Dat kon ik echter niet.

Wanneer ik een nieuwe opdracht kreeg, panikeerde ik. Ten eerste was het voor mij niet altijd duidelijk wat die taak inhield. Ten tweede had ik geen flauw idee hoe ik aan die taak moest beginnen. Ten derde kon ik niet inschatten hoe dringend die opdracht was. Eens ik met die taak begonnen was, moest ik ook steeds navragen of ik wel juist bezig was.

Soms kreeg ik de opdracht een brief te schrijven. Een standaardbrief lukte me. Dat had ik op school geleerd. Wanneer ik echter een wat creatievere brief moest opstellen, stootte ik op mijn gebrek aan verbeelding. Uiteindelijk kocht ik een boek met voorbeeldbrieven. Telkens ik de opdracht kreeg een brief te schrijven, stelde ik met de beste stukken uit dat boek een nieuwe brief samen. Ik deed dat natuurlijk stiekem.

Ik deed ook steeds exact wat me opgedragen werd, niet meer niet minder. Wanneer ik een klant moest bellen met een bepaalde vraag, stelde ik die vraag. Op zijn/haar antwoord ging ik echter niet in. Het kwam gewoon niet in mij op om dat te doen.

Op mijn evaluaties werd steeds vermeld dat ik te weinig initiatieven nam.

Door mijn gebrek aan verbeelding was ik ook niet commercieel aangelegd.

 

Ooit probeerde ik het dan maar als zelfstandige schoonheidsspecialiste. Dat leek me de ideale oplossing. Hier kon ik mijn werkuren en mijn manier van werkenzelf  bepalen (althans dat dacht ik toch). Daarom probeerde ik van mijn grote interesse mijn beroep te maken. Via avondschool behaalde ik mijn diploma schoonheidsspecialiste. 

Ondanks ik die job heel graag en goed deed, kon ik ook dat niet volhouden. Vooral de onvoorspelbaarheid werd me teveel. Het was niet ik, maar mijn klanten die mijn werkuren bepaalden. Er werden regelmatig afspraken verplaatst of afgebeld. Bovendien kwam er heel wat administratie aan te pas. Dat vergde opnieuw verbeelding en energie.

 

Op dit moment werk ik niet. Ik slaag er niet in om werk en het opvoeden van mijn kinderen te combineren. Dat vergt teveel energie. 

Bovendien voel ik me niet nuttig in het reguliere arbeidscircuit. Welke bijdrage lever ik wanneer ik voortdurend fouten maak?

Ik ben er ook maar net in geslaagd de nachtmerries rond werken in te tomen en heb nu eindelijk wat zelfvertrouwen opgebouwd. Ik zou dit niet graag opnieuw verliezen door terug te gaan werken. Mijn kinderen verdienen een moeder die goed in haar vel zit.

Daarom sta ik nu op 30% gehandicapt bij de RVA. De RVA had me eerst doorverwezen naar de mutualiteit, maar deze hebben me teruggestuurd omdat autisme aangeboren is. Voor een integratietegemoetkoming kom ik niet in aanmerking omdat ik té goed functioneer.

Ik heb intussen reeds wat vrijwilligerswerk geprobeerd, maar daar stoot ik op dezelfde problemen. 

 

Het lijkt me wel belangrijk te zeggen dat er personen met autisme zijn die wel kunnen werken. Bij  mij lukte het niet omdat ik reeds een voltijdse baan als alleenstaande moeder heb. Bovendien wist ik toen niet dat ik autisme had, waardoor ik geen begeleiding heb gekregen. Alles hangt af van persoon tot persoon.